Vleermuizen en soortenbescherming In de buurt van Horst aan de Maas zijn enkele bunkers ingericht tot verblijfplaats voor vleermuizen. De Stichting IKL vertelt naar aanleiding van dit project meer over het belang van soortenbescherming.Vleermuizen zijn de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen. Hiertoe zijn zij in staat dankzij hun vleugels, of beter gezegd: dankzij hun vlerken (zoals de gangbare benaming voor vleermuisvleugels luidt). In tegenstelling tot de vleugels van vogels zijn deze vleermuisvlerken niet voorzien van veren, maar bestaan zij uit zeer lange vingers, waartussen zich een flinterdunne huid bevindt. De vlieghuid hebben vleermuizen ook tussen hun voor- en achterpoten en tussen hun achterpoten en staart. Alleen de voeten en duimen steken buiten de vlieghuid uit. De duimen en achterpoten worden gebruikt om zich vast te houden en om zich voort te bewegen wanneer zij niet in de lucht zijn.SoortenIn Nederland zijn tot nog toe ongeveer twintig verschillende vleermuissoorten aangetroffen, maar daarvan komen er slechts zeven algemeen of redelijk algemeen voor. Limburg is de enige provincie waar men alle in ons land voorkomende soorten kan vinden. Enkele van deze soorten zijn: dwergvleermuis, gewone dwergvleermuis, laatvlieger, watervleermuis en grootoorvleermuizen. Vroeger kwamen in Limburg ook nog soorten als de grote- en de kleine hoefijzerneus voor, maar sinds enkele decennia zijn deze uit onze provincie verdwenen. GedragDe in Nederland voorkomende vleermuizen gedragen zich allemaal -- in grote lijnen -- op dezelfde wijze. Overdag slapen zij en in de avondschemering, komen zij tevoorschijn om op zoek te gaan naar hun belangrijkste voedsel: insecten. Deze worden door middel van echolocatie opgespoord en in de lucht gevangen. Echolocatie betekent: de vleermuis zendt hoge -- voor mensen onhoorbare -- tonen uit, die tegen objecten (bijvoorbeeld obstakels of een prooi) weerkaatsen. Met zijn oren vangt de vleermuis deze weerkaatsende geluidsgolven weer op en maakt op basis daarvan een beeld van de omgeving. In het najaar zoeken vleermuizen een beschutte, relatief warme plaats op om hun winterslaap te houden. Afhankelijk van de soort, kunnen dit holle bomen of grotten zijn, maar ook oude bunkers of zolders en spouwmuren van woonhuizen komen in aanmerking. Tijdens de winterslaap daalt de lichaamstemperatuur van de diertjes sterk, bewegen zij zich nauwelijks en worden zij slechts af en toe wakker om een beetje te drinken. In het voorjaar verruilen vleermuizen hun winterschuilplaatsen weer voor de bossen, weilanden, parken en watervlakten waar zij 's zomers op insecten jagen. Bedreigde diersoortWaren vleermuizen vroeger een alledaags verschijnsel, in de loop van de twintigste eeuw werden zij steeds zeldzamer. Een aantal soorten verdwenen helemaal uit ons land en van de overgebleven soorten waren er steeds minder exemplaren. Deze terugloop is zo sterk dat de overheid in 1973 besluit om alle in Nederland levende vleermuissoorten tot beschermde diersoort uit te roepen. Het verdwijnen van vleermuizes had drie belangrijke oorzaken. Ten eerste werden huizen, schuren, stallen en kerktorens steeds 'netter' afgewerkt waardoor het voor vleermuizen moeilijker werd om geschikte plaatsen om te overwinteren te vinden. Daarnaast werd het landschap minder rommelig. Kleine versnipperde landouwgronden omgeven door hagen maakten plaats voor grote, vlakke percelen. Omdat men in de rommelige 'hoekjes' van de oude landbouwgronden juist veel insecten aantreft, kwam er voor vleermuizen steeds minder jachtgebied. Tenslotte verminderde in de jaren zestig en zeventig de vruchtbaarheid vleermuizen als gevolg van het gebruik van bepaalde insecticiden in de landbouw.Tegenwoordig gaat het weer iets beter met de vleermuis. Het gebruik van veel schadelijke insecticiden is inmiddels verboden. Daarnaast houdt men bij het restaureren van bijvoorbeeld kasteelruïnes en houdt men bij het afsluiten van grotten en bunkers rekening met vleermuizen. Ook is het hanteren van vleermuizen heden ten dage omgeven door zeer strenge regelgeving. Zo mogen vleermuizen niet meer zomaar verwijderd worden van een zolder waar ze in de winter hun toevlucht hebben gezocht en mogen die delen van de Zuid-Limburgse mergelgrotten waar vleermuizen hun winterslaap houden, gedurende bepaalde perioden niet worden bezocht. Tenslotte zijn er verschillende organisaties die niet alleen minutieus de vleermuizenstand in ons land bijhouden, maar die ook vleermuizen die mensen tot last zijn, op vakkundige wijze verplaatsen. Als gevolg van deze maatregelen is de daling van het aantal vleermuizen in onze provincie weliswaar vele malen kleiner geworden, de vleermuis blijft een bedreigde diersoort.
- Categorie
- Horst a/d Maas